05 april 2016 - Hella - Keflavik





Zoals al elke morgen, kregen we ook vandaag weer een uitstekend ontbijt voorgeschoteld.

Als we vertrekken, is er een heel mooie wolkenlucht.


Als eerste bestemming hebben we de vrij onbekende waterval Urriðafoss, of zalmwaterval, op het programma staan. Het hoogteverschil van de waterval bedraagt 6 meter. Stroomopwaarts liggen meerdere watervallen die vrijwel allemaal hoger zijn, maar de Urriðafoss is met een waterverplaatsing van 360 m³/s de grootste. In de winter kan er een tot 20 meter dikke ijskorst bij de waterval ontstaan.
















Voor onze volgende bestemming zitten we een beetje in twijfel. Enerzijds zouden we graag naar zowel de Háifoss als de Hjálparfoss gaan, maar daarvoor moeten we vrij ver omrijden en bovendien zagen we deze morgen op de site met de road conditions dat de weg naar de Háifoss nog zou afgesloten zijn. Deze laatste is immers enkel te bereiken via een vrij lange dirt road.
Maar ach, een omweg in IJsland is nooit een straf en is de weg effectief afgesloten, dan kunnen we nog altijd naar de Hjálparfoss. Op dus naar de Hjálparfoss.
En onderweg komen we langs heel wat mooie uitzichtpunten.






Om uiteindelijk bij de Hjálparfoss aan te komen. Er staat hier een bijzonder stevige wind en het is amper mogelijk om de camera stil te houden.






Nu moeten we beslissen wat we gaan doen en dat is: we gaan toch maar eens kijken hoe het met de dirt road gesteld is naar de Háifoss.
De weg klimt flink en we krijgen dan ook steeds meer sneeuw in het bijzonder mooie landschap.
We verlaten de verharde weg, maar al snel wordt duidelijk dat we vandaag de Háifoss niet zullen te zien krijgen. We zijn al enkele keren uitgestapt om te zien hoe dik de sneeuw is waar we door moeten rijden, maar een volgende sneeuwophoping is er echt teveel aan. Of althans met ons avontuur van vorig jaar (ook op onze laatste dag) in gedachten (zie 12 april 2015).
We besluiten dan ook maar om geen risico's te nemen en om rechtsomkeer te maken. Spijtig, maar de Háifoss komt dan maar op het lijstje voor een volgende IJslandreis.

Nu blijken we toch wel enige tijd over te hebben...en we beslissen om een ommetje te maken langs de Gullfoss, één van de populairste watervallen van IJsland. 
Hij maakt deel uit van de Golden Circle, een favoriete rondreis langs Þingvellir, de Geysir en de Gullfoss die vanaf Reykjavik in één dag is af te leggen, en is mede daardoor een van de meest bekende IJslandse toeristenplaatsen.
We zijn er ons echter ook van bewust dat we de watervallen nooit zo mooi te zien zullen krijgen als vorig jaar toen er nog veel meer sneeuw lag (9 april 2015).

We rijden het geisergebied van Geysir voorbij en zowat 10 km verder komen we bij de Gullfoss, waar we eerst onze broodjes opeten.
Het water van de Gullfoss valt in twee trappen, die min of meer haaks op elkaar staan, 32 meter naar beneden in een kloof die ook weer geheel haaks op de tweede trap staat. De trappen worden gevormd door harde lagen basalt die worden afgewisseld door zachtere materialen.
De kloof is meer dan 70 meter diep, 20 meter breed en 2,5 kilometer lang. Het in de kloof neerstortende water zorgt altijd voor een grote hoeveelheid stuifwater dat, als de zon erop schijnt, prachtige regenbogen veroorzaakt. Daaraan dankt de Gullfoss zijn naam: Gouden waterval.
Het is mogelijk om helemaal tot aan de rand van de waterval te komen waarbij het donderende geraas overweldigend is.
Als het steile pad (dat alleen met een dun touwtje is afgezet) in de winter beijzeld is, kan dat echter een hachelijke onderneming zijn en om die reden is het pad vandaag dan ook, volkomen begrijpelijk, afgesloten.








We hebben ook nog de Kerið vulkaankrater op onze planning staan, maar als we er aankomen is het aan het miezeren en we hebben niet zo veel zin om in dat weer uit te stappen. Ook deze plaats komt later wellicht nog wel eens aan bod.
Dus gaat het nu helemaal naar de zuidkust via de deels onverharde 417. En niettegenstaande er ook hier nog wel wat sneeuw ligt, zorgt deze dirt road voor geen problemen.
We rijden door een heel mooie streek waar de lavavelden al opnieuw bedekt zijn met een groen laagje.



Als eerste passeren we Kleifarvatn, het grootste meer van het Reykjanes schiereiland. Het meer is ongeveer 97 meter diep en bevat vis, vooral forel.


Vervolgens komen we bij het geothermische gebied van Krysuvik, dat bestaat uit verschillende geothermische velden, zoals Seltún. Hier hebben modderpoelen en heetwaterbronnen zich gevormd en is de ondergrond gekleurd in fel gele, rode en groene tinten. Vroeger werd hier sulfiet gedolven. Hier ziet men ook goed welke krachten er ondergronds werkzaam zijn in IJsland.
















Dan rest er ons nog 1 stop voor vandaag: de Leif the Lucky's Bridge, of The Bridge Between Two Continents, of de makkelijkste en kortste weg om van Europa naar Amerika te gaan, of althans van de Europese naar de Amerikaanse tektonische landplaat. Beide platen schuiven overigens jaarlijks 2 cm verder uit elkaar.
Nergens anders ter wereld is de breuklijn/kloof tussen deze platen bovengronds te zien.









Mijn zoon laat van op de brug nog even zijn handschoen vallen tussen Europa en Amerika, maar gelukkig staat er in de kloof een Schot gek te doen en hij brengt ze terug naar boven...

En met deze brug stappen we ook symbolisch over naar onze volgende reis, in juni opnieuw naar de VS (Kalaman's Travelblog Juni 2016).

We komen rond 18u aan bij het hotel en nadat we de auto leeggemaakt hebben, gaan we iets eten in Keflavik.
Vervolgens brengen we de auto terug naar het verhuurkantoor bij de luchthaven. Er is immers een shuttledienst van het hotel naar de luchthaven en zodoende moeten we morgenvroeg de wagen niet meer inleveren.
De shuttle komt ons ook nu oppikken en brengt ons terug naar het hotel, waar we de tijd nemen om de koffers in orde te brengen voor de terugvlucht van morgen om 7u50.


Het weer: van alles wat, zon, wolken en regen op het einde van de dag. 5-8°C

Overnachting in B&B Keflavik Airport
Aantal gereden km: 404


Geen opmerkingen:

Een reactie posten